De voor- en nadelen van kunstgras in de Eredivisie

De voor- en nadelen van kunstgras in de Eredivisie

Zo kort voor de start van het nieuwe Eredivisie-seizoen is het een thema dat, zoals gebruikelijk de laatste jaren, weer op de agenda staat: kunstgras. Een aantal clubs – ADO Den Haag, Excelsior, PEC Zwolle – heeft al toegezegd op korte termijn hun plastic mat in te ruilen voor natuurgras. Als het aan de buitenwereld ligt, geldt dit ook voor iedere andere profclub in Nederland die nu haar thuiswedstrijden nog op kunstgras afwerkt. Maar is het echt zo gemakkelijk? En wegen de veronderstelde nadelen van kunstgras wel op tegen de toch zeker aanwezige voordelen?

De voornaamste reden: geld

ADO Den Haag, Excelsior, FC Emmen, Heracles Almelo, PEC Zwolle en VVV Venlo: het zijn de zes verenigingen die de afgelopen Eredivisiejaargang over kunstgras beschikten. Eén op de drie clubs, dus. In de divisie daaronder, de Keuken Kampioen Divisie, waren het zelfs twaalf van de twintig ploegen. Het zijn nu net de ploegen die in de regel in het zogeheten ‘rechterrijtje’ eindigen (met uitzondering van Heracles misschien) en daarmee de ploegen die minder te besteden hebben. Daarmee is de belangrijkste reden genoemd om voor kunstgras te kiezen: het scheelt een hele hoop geld.

Ga maar na: het eerste elftal kan in het stadion trainen. Heb je een natuurgrasveld liggen, dan dient dit gespaard te worden voor de wedstrijden. Een trainingsaccommodatie is dus benodigd. Bovendien kan een kunstgrasveld jaren blijven liggen, terwijl een mat van natuurgras soms zelfs meerdere keren per seizoen vervangen dient te worden. Kunstgras is financieel gewoon veel voordeliger. Zelfs clubs die openlijk aangeven uit speltechnisch oogpunt het liefst de overstap naar echt gras te maken, voegen daar meteen aan toe dat het financieel eenvoudigweg niet verantwoord is.

De tegenargumenten: emotie

Tegenstanders van kunstgras hanteren veelal argumenten die niet per se meetbaar, maar wel aannemelijk zijn. Zo is “kunstgras hoort niet bij de charme van het voetbal” een veelgehoorde kreet. Verder zou kunstgras leiden tot meer blessures dan natuurgras, maar cijfers die dat zouden moeten ondersteunen dateren vaak van een tijdperk waarin kunstgras een stuk minder ver ontwikkeld was dan nu. Dat we als ‘Nederland Voetballand’ achterop zouden raken bij de grote Europese voetballanden, waar niemand gebruikmaakt van kunstgras, is een ander populair tegenargument.

Wat wellicht de belangrijkste rechtvaardiging zou kunnen zijn om kunstgras in de Eredivisie te verbieden, is het feit dat de kunstgrasvelden ieder jaar weer als slechtst uit de enquête onder de spelers komen. De vraag blijft dan of zij de velden daadwerkelijk als zo slecht ervaren of zich in hun beoordeling ook laten leiden door de publieke opinie.

Een verkeerde discussie?

Misschien is de discussie die gevoerd wordt wel helemaal niet de juiste. De vraag is nu veelal wat beter is: kunstgras of natuurgras. Het lijkt echter een beetje op de mannen-/vrouwenvoetbal-discussie. Is het één beter dan het ander? Of moeten we het niet één op één willen vergelijken en het als twee aparte spelletjes zien?

Zo kunnen we ook naar de kunstgrasstrijd kijken. Voetbal op kunstgras is ontegenzeggelijk anders dan voetbal op natuurgras. De bal rol sneller, stuitert anders en slidings kunnen vervelende schaafwonden opleveren. Aan de andere kant: snel combinatievoetbal is toch waar wij Nederlanders juist zo dol op zijn? En dankzij het kunstgras kan er in veel stadions ‘s winters probleemloos gevoetbald worden. In veel stadions met natuurgras is het veld na een week vriezen keihard en moeten wedstrijden afgelast worden. Zit het publiek dáár dan op te wachten?

About Redactie

Laat een reactie achter

Your email address will not be published. Required fields are marked *

*

Scroll To Top